Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], In de twaalfde maand nu (dezelve is de maand [1]Adar), op den dertienden dag derzelve, [2]toen des konings [3]woord en zijn wet nabij gekomen was, dat men het doen zou, ten dage, als de vijanden der Joden hoopten over hen te heersen, [4]zo is het omgekeerd, want de Joden heersten over hun haters. 1. Zie boven, hfdst.3 vs.7. 2. Dat is, toen de tijd aankwam, dat men de Joden zou uitroeien. 3. Dat is, zijn plakkaat. 4. Te weten, door de rechtvaardige regering Gods, die Hamans bloeddorstig voornemen had te schande gemaakt en den vijanden van Gods volk had gedaan gelijk zij anderen meenden te doen.